Het aantal energieboetes voor Vlaamse verbouwers explodeert. Wie niet tijdig aangeeft hoe energiezuinig zijn verbouwing is, riskeert een EPB-boete van gemiddeld 2.900 euro.
Bij een verbouwing kunnen 1.001 dingen misgaan: de werken lopen uit, het geld is op, of erger nog: je aannemer gaat failliet en jij mag achter je centen aan. De chaos die dat veroorzaakt, kan je sowieso al duur te staan komen. Daarbovenop treedt de Vlaamse overheid steeds strenger op tegen verbouwers die het verslag 'Energieprestatie en Binnenklimaat' - de zogenaamde EPB-aangifte - niet tijdig indienen. En dat kan je duizenden euro's kosten.
Zodra je ingrijpende (verbouwings)werken uitvoert waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is en je ook isolatie plaatst, ramen of dak vervangt of de verwarming, koeling of ventilatie vernieuwt, ben je EPB-plichtig. Een erkend verslaggever maakt dan een verslag dat zegt hoe energiezuinig en gezond je woning is.
MEER CONTROLES Ten laatste 12 maanden na de beëindiging van de werken of de datum van ingebruikname moet je die aangifte indienen bij het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). Ook als het huis dan nog niet is afgewerkt, moet de aangifte 5 jaar na het verkrijgen van de vergunning binnen zijn. Is dat niet het geval, dan volgt een boete. Vlaams Parlementslid Marianne Verhaert (Open Vld) vroeg de cijfers op bij minister van Energie Melissa Depraetere (Vooruit). “In 2025 staat de teller na negen maanden (januari tot en met september) al op 391 effectieve boetes. Dat is nu al het hoogste cijfer in zes jaar tijd. Dit jaar werden ook al 1.732 aanmaningen verstuurd, met de melding dat de aangiftetermijn was overschreden en er een boete zou volgen. Door een nieuw dossierbehandelingssysteem kan er efficiënter en dus meer worden gecontroleerd. Hierdoor zijn we een achterstand aan het wegwerken,” verklaart Lotte Ringoot van het VEKA de explosieve stijging van het aantal boetes.
ONDERAANNEMER FAILLIET Christophe Van Dessel uit Edegem betaalde alles samen zowat 7.500 euro aan EPB-boetes voor de uitbreiding die hij aan zijn woning liet bijbouwen. “Drie jaar nadat we de garage en de extra slaapkamer erboven in gebruik hadden genomen, viel hier een aangetekende brief van de overheid in de bus. De EPB-aangifte bleek door de architect niet volledig. Het VEKA moest nog weten hoe dik de isolatiewol in het dak is.” Omdat zijn onderaannemer failliet was gegaan, kon de hoofdaannemer niet aantonen welk materiaal effectief werd gebruikt.” Daardoor kreeg ook de architecte die het verslag indiende niet de juiste bewijzen in handen. Als bouwheer betaal je de gepeperde rekening,” weet Van Dessel uit ervaring. “Je stelt wel een EPB-verslaggever aan, maar de verantwoordelijkheid voor de tijdige indiening ligt uiteindelijk bij jou.”
MISERIEBOETES De Vlaamse overheid inde in de eerste drie kwartalen van dit jaar al 1.130.000 euro aan EPB-boetes. Het gemiddelde bedrag bedraagt 2.893 euro. Dat geld vloeit naar het Energiefonds. Met een fikse boete ben je er als bouwheer bovendien nog niet vanaf. Ook daarna ben je nog verplicht om de aangifte alsnog in te dienen. “We moesten nog steeds aantonen hoeveel centimeter isolatiewol er in het dak werd gestoken. En zo komt het dat je een gat in je plafond moet boren om dit na te meten,” vertelt Van Dessel.
Politica Marianne Verhaert (Open Vld) hekelt vooral het gebrek aan flexibiliteit. “Steeds meer mensen komen onterecht in de problemen door een overheid die regels oplegt. Je moet het maar meemaken: een scheiding, een aannemer die failliet gaat of een juridische stilstand waardoor je woning niet op tijd af geraakt. Alsof die miserie nog niet groot genoeg is, komt de overheid je daar nog eens op beboeten met zware, vaak onredelijke miserieboetes.”
GEEN VERSOEPELING Bevoegd minister Depraetere zei begin dit jaar in het Vlaams Parlement dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen mensen die bewust de regels negeren en anderen die door overmacht in de problemen komen. Daarom wilde ze alle dossiers bekijken om te vermijden dat mensen met goede intenties onterecht zouden worden beboet. Wie overmacht kan bewijzen, krijgt uitstel of kwijtschelding. Maar de regels daarvoor zijn strikt. Volgens het VEKA moet het gaan om een onoverkomelijke gebeurtenis die volstrekt onmogelijk te vermijden was, zoals een plotse zware ziekte of brand. Een 'gewone' vertraging, financiële problemen of een aannemer die traag werkt, vallen daar zelden onder.
VRT nws

