Het aantal eenpersoonshuishoudens in ons land neemt toe en dat weerspiegelt zich ook op de vastgoedmarkt. Belfius kent meer dan de helft van de woonkredieten voor starters toe aan singles. In grote steden zijn dat er bijna 7 op de 10.

Het aantal woningaankopen door singles zit al enkele jaren in de lift en heeft dit jaar een kantelpunt bereikt. Meer dan de helft van de eerste woningaankopen gebeurt nu door alleenstaanden. Dat concluderen Belfius Bank en Immoweb uit een gezamenlijke studie over starters op de vastgoedmarkt. “In de eerste acht maanden van dit jaar werd 54 procent van de woonkredieten voor een eerste woning afgesloten door kopers die alleen zijn”, zegt Ruben De Winne van Belfius Bank. “Tot voor kort bleef de verhouding tussen solo- en duokopers hangen rond 50/50.”

De trend is het meest opvallend in de grote steden, waar bijna 7 op de 10 woonkredieten naar singles gaan. Antwerpen loopt daarbij voorop. Daar werd 69 procent van de dossiers ingediend door singles. Brussel en Luik volgen op de voet, met een aandeel van 67 procent. Ook in de andere grote steden zijn singles oververtegenwoordigd op de vastgoedmarkt. In Gent vertegenwoordigen ze 58 procent van de kredietaanvragers, in Mechelen 59 procent, in Oostende 66 procent, in Hasselt 55 procent en in Leuven 54 procent. Buiten de grootsteden stabiliseert hun aandeel rond een op de twee dossiers.

Grotere eigen inbreng

Kopers die alleen zijn, bevinden zich hoger op de inkomensladder dan duokopers. Het mediane inkomen van iemand die alleen een woning koopt, bedraagt 2.500 euro per maand, tegenover 2.300 euro voor duokopers. Dat hogere inkomen compenseert echter niet het voordeel van het dubbele loon van duokopers. Omdat alleenstaanden slechts één inkomen hebben om een lening af te betalen, kunnen ze minder kapitaal lenen en is een grotere eigen inbreng vereist. Kortom, wie alleen koopt, moet over meer spaargeld beschikken om de aankoop rond te krijgen.

Dat blijkt ook uit de cijfers van Belfius. Slechts een kleine minderheid van de singles koopt een woning zonder noemenswaardige eigen inbreng. Slechts 20 procent van de alleenstaande kopers leent meer dan 90 procent van de aankoopprijs.

In het Brusselse en in Vlaanderen is kopen zonder eigen kapitaalinbreng moeilijker dan in Wallonië. In Vlaanderen en Brussel leent respectievelijk slechts 11 en 17 procent van de alleenstaanden meer dan 90 procent van de aankoopprijs, tegenover 33 procent in Wallonië.

Opvallend is dat er ook door koppels weinig 100 procent-leningen worden afgesloten in het Vlaamse en het Brusselse Gewest. In Vlaanderen lukt dat in 24 procent van de gevallen, in Brussel in 25 procent. Dat is een pak minder dan het plafond van 35 procent dat de Nationale Bank van België vooropstelt aan de banken om starters zonder spaargeld de kans te geven om eigenaar te worden. De reden hiervoor is de dure vastgoedmarkt in Vlaanderen en Brussel. De vastgoedprijzen liggen er zo hoog dat het financieel meestal onhaalbaar is om een 100 procent-lening af te betalen met een doorsnee gezinsinkomen.

In Wallonië liggen de vastgoedprijzen een pak lager en kunnen 5 op de 10 koppels een lening afsluiten zonder noemenswaardige eigen inbreng.

Vooral appartementen

Alleenstaanden kopen als gevolg van hun lagere aflossingscapaciteit gemiddeld een goedkopere woning dan koppels. De mediane aankoopprijs bij eerste kopers bedraagt 240.000 voor singles en 338.000 voor duo’s. Dat is een verschil van 98.000 euro.

Ook het type woning waarmee solo- en duokopers starten, verschilt. Bijna de helft (48 procent) van de Belgische singles koopt een appartement als eerste woning, terwijl de overgrote meerderheid van de koppels (83 procent) meteen start met een huis.

De Standaard